Bij Iris in Australië
19 november 2024
Onze instructrice Iris woont voor een tijdje in Australië, in de buurt van Canberra. Australië ligt aan de andere kant van de wereldbol. Het is een enorm eiland omringd door drie oceanen. In dat ongelooflijk grote land gaat Iris voor een tijdje werken op een ranch: een boerderij met bijna vijfhonderd paarden. Omdat het zo ver weg is gaat Iris ook nog een rondreis maken. Hoe zou het met haar gaan? Lees het hier!
Hey Iris! Vertel eens, waarom koos je voor Australië?
Als kind vond ik Australië al heel erg gaaf. Ik ging dan op de computer naar Google Maps, en dan zette ik dat gele Streetview-poppetje in Australië neer. Je kan dan zien hoe het eruit ziet en doen alsof je er rondloopt. Ik vond de natuur toen al prachtig.
Het is ook fijn dat Australië een Engelstalig land is, dat maakt het gemakkelijk om er Engels met de mensen te praten en er te werken.
Ik woonde eerst in Brisbane, maar werk nu in de plaats Young. De grootste plaats dichtbij is Canberra. De afstand is net minder dan twee uur rijden met de auto.
Vertel eens hoe een dag op jouw werk eruit ziet?
De jaarlingen die op stal staan voeren we eerst en we doen hun dekens af. ’s Nachts is het hier erg koud. De jaarlingen zijn een groep van paarden die ongeveer tegelijk geboren zijn en dus allemaal ongeveer één jaar oud zijn. Dan splitsen we op in groepen. We hebben een groep die de stallen uitmest, een groep die waterbakken verschoont, een groep die voer klaarmaakt en die de jaarlingen in de stapmolen zet.
Ook rijdt er een tweetal met de auto langs alle weilanden. Ze voeren de paarden bij, ze controleren ze op verwondingen en gezondheid, en behandelen wonden. Een ander tweetal voert de drachtige merries. Dat tweetal gaat vervolgens rond de weilanden om merries en veulens te behandelen. Soms verplaatsen zij ze ook van het ene weiland naar het andere.
Behandelingen kunnen van alles zijn, maar de meeste behandelingen zijn om infecties te voorkomen. Van infecties worden paarden ziek, maar niet als je ze snel behandelt als je ze ontdekt.
Dan is het lunchtijd. We voeren we eerst de paarden voordat we zelf lunch hebben!
Mijn favoriete deel van de dag is na de lunch. We gaan de jaarlingen uitgebreid poetsen. Ze moeten dat nog leren. Het is zo leuk om te zien hoe de jonge paarden veranderen! Eerst vonden ze het mega spannend, maar nu zijn er best veel jaarlingen die er van kunnen genieten. Na het poetsen doen we ze hun deken weer op. Ook dat moeten ze nog leren, het blijft spannend voor ze. We doen dat erg rustig en langzaam.
Als de dag bijna voorbij is geven we alle paarden weer voer. Jonge veulens behandelen we. We geven ze een spuitje in hun mond zodat ze geen ‘rattles’ krijgen, dat is een soort longontsteking. Oudere veulens die ‘rattles’ krijgen worden vanzelf wel weer beter, maar jonge veulens helpen we een beetje.
Dan is de dag op de stoeterij voorbij, maar voor mijzelf nog niet. Thuis ga ik nog douchen, koken, eten, en dan kan ik slapen. De volgende dag begint zo weer!
Wat is het grootste verschil tussen de ranch en onze manege?
Mensen in Australië gebruiken het woord ranch helemaal niet. Ze noemen een boerderij met paarden een ‘station’ of een ‘farm’. Ik zit op een farm, meer precies gezegd een ‘studfarm’. Het Nederlandse woord hiervoor is stoeterij: een boerderij waar hengsten, merries en veulentjes met een goede stamboom gehouden en gefokt worden.
Het grootste verschil is hoe groot het is. Mijn stoeterij had ongeveer driehonderd paarden, tot alle veulentjes geboren werden. Nu hebben we er wel meer dan vierhonderd. De meeste paarden staan in weilanden, in groepen van maximaal achttien paarden. In totaal zijn er negenenzestig weilanden, veertig stallen en twaalf paddocks (kleine weitjes, ook wel yards genoemd). Maar dat is nog niet alles. Er lopen hier ook koeien en er zijn akkers waarop ze hun eigen hooi en ander paardenvoer verbouwen.
Als je de paarden in de weilanden voert, dan ga je met de auto. Veel weilanden zijn zó groot dat je met de auto door het weiland moet rijden om de paarden te zoeken!
Dit vinden ze hier nog maar een kleine stoeterij. Je kan je niet voorstellen hoe groot de andere zijn tot je het zelf gezien hebt.
Wat een andere wereld! Denk je nog wel eens aan onze manege?
Ja, sommige paarden zijn net zo lief als die van ons 🥰. Wat me ook aan thuis doet denken is de nette omgang met de paarden. Ze geven de paarden echt de tijd om aan nieuwe dingen te wennen, zodat alles steeds minder spannend is.
Er is daar in Australië ook vast wel wat geks aan zo’n studfarm met zo veel paarden.
Ik vind het wel gek dat ik niet alle paarden ken en niet weet hoe ze zich gedragen. Daardoor moet je met elk paard best bewust en evenwichtig omgaan. Zelfs de eigenaar herkent ze niet allemaal. Op Manege ’t Roessingh weet ik dat ik de paarden kan vertrouwen doordat ik ze ken. Zo kan ik ze elke dag weer met de ruiters samen laten werken.
Hier in Australië weet je gewoon niet wat voor paard je aan de hand hebt. Je bouwt minder snel een band op. Vooral omdat je er soms vierhonderd op een dag ziet. De meeste paarden zijn bruin en de helft heeft dezelfde vader. Daardoor lijken ze ook nog op elkaar! Die band miste ik aan het begin wel heel erg. Nu we elke middag de zevenentwintig jaarlingen in de stal poetsen leer ik er wel een aantal kennen. Ik begin mijn favorieten te krijgen.
Wat gaan we straks thuis in je lessen terugzien?
Ik heb heel erg veel geleerd over veilig omgaan met paarden. In welke positie sta je bij je paard? Draai een paard van je af in plaats van naar je toe. Of: waar zet je een paard neer tijdens het poetsen? Hoe doe je veilig en rustig de deken af?
We zijn hier op de stoeterij in totaal met maar twaalf collega’s in totaal. Daardoor worden we ook erg goed in dingen efficiënt doen, dus snel maar ook goed. Als we een deken afhalen, dan vouwen we die bijvoorbeeld al op een bepaalde manier op. Dat doen we terwijl de deken nog op het paard ligt. Als je dan de deken weer wil opdoen leg je hem gewoon op het paard en vouw je die weer uit. Zo hoef je niet te zoeken naar de voor- en achterkant, lekker makkelijk!
Dat klinkt handig! Als je terugkomt moet je ons dat maar leren!
Van alle dieren daar, welke zou je wel stiekem mee willen nemen naar Nederland?
Ik zou een paar van de kangoeroes meenemen die af en toe in het weiland staan.
Nee, het liefst neem ik Miss Entice mee. Het is een heel lieve jaarling. Zijn karakter past niet helemaal past bij zijn beroep van racepaard. Daar is hij voor gefokt, maar hij is erg lui. Hij wil eigenlijk alleen maar knuffelen, poetsen en slapen🤣.
Je gaat na het werk op de stoeterij nog rondreizen. Waar verheug je je op?
Ik verheug me op het zien van alle Australische dieren in het wild. Wist je dat ze ook wilde pinguïns hebben?
Dank je voor je verhaal! Wanneer zien we je weer terug?
Op vijftien januari vlieg ik weer weg van hier! Een paar dagen daarna dus.